Wonder

toen de radiojockey Ave Maria draaide, net toen we mijn oma’s
Mariabeeld, recent verworven erfstuk, de woonkamer in torsten,
veranderde mijn moeder in een huilende madonna – ze versteende
op de marmeren drempel bij de eerste noot, tenminste:

dat was wat mijn vader zag – ik zag juist een kind
dat net haar moeder verloren was en nu dat beeld als erflast,
verzuilde droefenis in een stolp, haar huis in droeg
als de plant die al zestig jaar in een glazen bol leeft, ecosysteem,
terrarium zonder water, en de man die er jaarlijks mee poseert

ik zoek het mirakel niet in beelden, of in de voorspellende dromen
die mijn moeder had, of de keer dat haar moeders moeder ’s nachts
haar hand op haar wang legde en de groetjes deed vanuit de hemel
of dat mijn moeder zei dat ze niet oud zou worden en dat dat klopte

en dat zo dat ecosysteem van zelfvoorzienend geloof
in een schoot en een borst en een aan het kruis gestorven
zoon, een bloedend hart, helende bronnen en engelen –
en alles waarin ik niet geloof, in mijn eigen huis belandde

maar ik geloof wel dat ik, toen mijn moeder stierf,
dat kind werd op die drempel
dat zich vasthield aan een stenen beeld
en hoopte op een wonder

In opdracht van het Centraal Museum Utrecht

Verschenen als audiotour bij de tentoonstelling Double Act

Dit gedicht werd gecombineerd met de videoinstallatie Expecting (2001–2014) van Pipilotti Rist en 15de eeuwse heiligenbeelden

Vorige
Vorige

Uitje

Volgende
Volgende

Carlito's kruisweg