Dieren redden

het begon met kromme komkommers, gele bloemkool –
buitenbeentjes, zoals jij en ik, later viel er een meeuw
uit de lucht, in het grauwe kantoorpark reflecteerden
de onvolgroeide vleugels schitterend en duizendmaal

op tv noemde een man zijn geliefde zijn project,
ik keek om me heen en telde:

één asielkat zonder tanden, één kitten zonder sociale
vaardigheden, een verfomfaaide parkiet, een gerafelde
dwergpapegaai, een verdwaalde eekhoorn, en onlangs:
de gebroken vlinder die ik niet dood durfde te maken

mijn zoektermen die dag: “groeien vlindervleugels weer
aan?”, “eten vlinders bananen?” “vlindervleugel repareren
met vogelveren” en tenslotte: “vlinder-euthanasie”

voor sommige dieren hangen er geen verregende
briefjes in plastic insteekhoezen aan lantaarnpalen,
geen hanenpoten in de supermarkt, geen telefoon-
nummers aan rafelrandjes, geen hand die je aanklampt

jij zegt dat ik mezelf moet helpen voordat ik anderen -
ik denk aan hoe ik vroeger graag gered wilde worden
en nu: een Messiascomplex

ik zeg: ik houd gewoon van dingen
die een beetje stuk zijn
en jij zegt dat ik daarom
van jou houd

Eerder verschenen in Niets eeuwig dan het ogenblik (2022)

De 100 beste gedichten uit de Gedichtenwedstrijd 2022

Vorige
Vorige

Incubus

Volgende
Volgende

Schoonheidsideaal